Garentypen
Op onze website lees je bij de garenbeschrijvingen vaak termen als kettinggaren, bouclégaren, effectgaren of overtwijnd. Wat betekent dat nou eigenlijk en wanneer kies je welk garen?
Single-ply of niet getwijnde garens
Wij gebruiken meestal de internationale benaming single-ply. Single ply wil zeggen dat de gesponnen draad niet meer om elkaar heen gedraaid (twijnen) wordt. Dit wil niet zeggen dat deze garens allemaal erg dun zijn. Kijk maar eens naar het voorbeeld uit onze collectie:
Dit garen is een single-ply!
Single-ply garens zijn in principe iets minder sterk dan getwijnde garens. Door de twijning worden de draden om elkaar heen geslagen en dat geeft meer stevigheid. Bovendien blijft je breiwerk in model als één van draden breekt.
In tricotsteek zie je een verschil met klassiek getwijnde garens. De linkerkant van de v-tjes is vaak ongeveer twee keer zo breed als de rechterzijde, waardoor de v-tjes niet helemaal op v-tjes lijken.
Klassiek getwijnde garens
Twijnen is het om elkaar heen draaien van de afzonderlijke draden. Bij klassiek getwijnde garens worden meestal 2 of 4 draden om elkaar heen gedraaid. Deze garens geven een mooi stekenbeeld in tricotsteek waarbij beide zijden van de v-tjes gelijk zijn. Voor Fair Isle projecten adviseren wij daarom ook vaak klassiek getwijnde garens.
Een voorbeeld is de Alb Lino van Schoppel-Wolle
Overtwijnde garens
Overtwijnde garens, ofwel multistrand yarns, zijn garens waarbij verschillende 2-ply draden samen opnieuw getwijnd worden. Een twijning over een andere twijning. De garens die hierdoor ontstaan zijn erg veerkrachtig, sterk en rekbaar en zijn daardoor erg prettig om mee te werken.
In tricotsteek hebben deze garens het tegenovergestelde effect als de single-ply garens. Hier is de rechterkant van de v-tjes vaak breder als de linkerkant.
Reggae walk
Een bijzondere techniek om garens te maken is de Reggae walk technologie van Schoppel-Wolle. Hoe ze het precies doen houden ze geheim. Deze garens zijn niet getwijnd, maar worden machinaal iets vervilt zijn en krijgen daardoor een mooie gladde en stevige structuur.
Deze garens geven een heel mooi egaal stekenbeeld waarbij de v-tjes in tricotsteek ook echte v-tjes zijn en structuurpatronen en kabels komen hierin erg mooi uit.
De garens zijn relatief licht en ze breien en haken heerlijk.
Kettinggarens
Er zijn verschillende namen voor deze garens in gebruik. Ze worden ook wel gepunnikte of gebreide garens genoemd. Deze garens lijken inderdaad ook gepunnikt of gebreid. Ze hebben hierdoor een lichte structuur en een lange looplengte. Ook deze garens geven een erg mooi stekenbeeld. Ze hebben een lange looplengte en zijn licht van gewicht. Er wordt vaak wat nylon aan toegevoegd om de garens stevig en goed vormvast te maken.
Effectgarens
Effectgarens zijn er in heel veel verschillende soorten en maten. We geven hier de belangrijkste.
Bouclé garens
Bouclégarens worden gemaakt door een sterke, gladde draad samen te twijnen met een voluminieus garen dat sneller wordt meegetwijnd en daardoor extra lussen vormt.
Kokergarens
Ook hiervan zijn er verschillende soorten. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze allemaal veel volume geven en ook een lange looplengte en laag gewicht hebben.
Klassieke kokergarens
De klassieke kokergarens zijn gemaakt van een kokertje van wol, katoen of een ander materiaal waarin een meestal synthetische vulling zit die veel volume bij een laag gewicht geeft.
Deze garens breien over het algemeen erg prettig. Je steekt vrijwel nooit door het garen.
Ingespoten garens
Bij deze variant van de kokergarens wordt de wol in een open kokertje, dat meestal van polyamide wordt gemaakt voor de stevigheid, gespoten. Er ontstaat een licht pluizige structuur waarin de koker zelf ook nog voor bijzondere effecten kan zorgen.
Ook deze garens hebben een lange looplengte en zijn licht van gewicht.
Harige of pluizige garens
Deze garens zijn er ook in allerlei soorten en maten. Ze worden vooral gebruikt om een mooie pluizige of harige structuur te krijgen.