Verschil in spanning tussen rechte en averechte steken.
Bij 90% van de breiers is de averechte steek losser dan de rechte steek. Vaak is dat geen probleem omdat je hele werk in tricotsteek wordt gebreid. Maar als je halverwege je project verder in het rond moet breien dan zie je het verschil opeens heel goed.
Ook is het vaak zichtbaar bij een averechte tricot (de verkeerde kant van je werk). Als de averechte tricotsteek als buitenzijde wordt gedragen dan zie je het spanningsverschil nog beter.
Zonder al te veel moeite kun je dit verschil in spanning opheffen door met twee verschillende pendiktes te breien.
Bijvoorbeeld een 5mm voor de rechte steken en een 4,5mm voor de averechte steken. Als je recht breit dan neem de de dikkere naald in de rechterhand en bij averecht brei je met de dunnere naald. Zo hef je het spanningsverschil prima op zonder dat je zelf je hand van breien aan hoeft te passen en krijg je een mooi regelmatig geheel.
Bij het breien van je proeflapje kun je alvast uittesten of je een hele of halve maat dunnere naald nodig zult hebben voor een mooi en regelmatig resultaat. Vaak is het verschil bij dikkere garens, en dus dikkere naalden groter dan bij dun garen in combinatie met dunnere naalden.